Geruststellen van je patiënt, hoe doe je dat?

Als patiënten zorgen hebben zijn we als fysiotherapeut of arts geneigd iemand gerust te stellen, zeker als we menen dat de patiënt zich ten onrechte zorgen maakt. Bijvoorbeeld vanwege onjuiste informatie of een bepaalde overtuiging.
Maar hoe doe je dit eigenlijk effectief?

Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek dat Ian Cowell deed naar geruststellen (de referentie staat onderaan dit artikel).
Allereerst volgt een samenvatting van het onderzoek, en vervolgens een aantal aanbevelingen.
Doe er je voordeel mee in de praktijk!

Samenvatting onderzoek: Hoe geven we geruststelling bij patiënten met rugpijn?

Reassurance (geruststelling) is een kernonderdeel van goede fysiotherapeutische zorg bij lage rugpijn (LBP). Toch ontbreekt het in de richtlijnen aan duidelijke aanwijzingen hóe we als fysiotherapeut het beste geruststelling kunnen geven. Deze kwalitatieve studie onderzocht hoe fysiotherapeuten in de praktijk daadwerkelijk proberen geruststellend te acteren, en hoe patiënten hierop reageren.

De onderzoeker(s) nam twintig eerste consulten bij patiënten met chronische, aspecifieke LBP (>3 maanden) op video op. De consulten vonden plaats in de eerstelijnszorg en zijn geanalyseerd met behulp van conversation analysis (CA). Dit is een methode waarmee op micro-niveau gekeken wordt naar de communicatie tussen therapeut en patiënt, inclusief lichaamstaal, toon, timing en interactiepatronen.

Belangrijkste bevindingen

  1. Veel geruststelling is niet afgestemd op de zorgen van de patiënt.
    Fysiotherapeuten boden vaak geruststelling aan op basis van hun eigen veronderstellingen over wat belangrijk zou zijn voor de patiënt (bijv. normaliseren van scanbevindingen), zonder eerst de zorgen van de patiënt goed te exploreren. Dit leidde tot ‘interactietrouble’ zoals minimale of afwijzende reacties, non-verbale terugtrekking of weerstand bij de patiënt. In sommige gevallen zagen therapeuten niet dat de patiënt geen aansluiting voelde, waardoor ze bleven herhalen wat zij zelf belangrijk vonden.
  2. Gerichte, patiënt-specifieke geruststelling werkt beter.
    Als therapeuten actief doorvroegen op zorgen van de patiënt en luisterden naar diens perspectief (en blijk gaven dat ze de patient begrepen), werd de reactie van de therapeut als meer geruststellend ervaren. In die gevallen sloten de uitspraken van de therapeut beter aan op wat de patiënt belangrijk vond (bijv. angst om weer te werken, of om te bewegen). Dit vergrootte de samenwerking en het vertrouwen in het consult.
  3. Gedragsmatige geruststelling via ‘behavioral experiments’.
    Een subset van therapeuten gebruikte naast woorden ook gedragsmatige interventies om gerust te stellen, bijvoorbeeld door patiënten op veilige wijze uit te dagen met een beweging die zij spannend vonden (zoals voorover buigen). Door patiënten zelf te laten ervaren dat de verwachte pijn of schade uitbleef, werd angst verminderd en inzicht vergroot. Deze aanpak leidde tot meer “affiliatie” en samenwerking.
  4. Verschillende vormen van geruststelling.
    De studie bevestigt het belang van zowel affectieve als cognitieve vormen van reassurance:
  • Affectieve geruststelling, dus meer op de relatie gericht: empathie tonen, erkenning geven, ruimte maken voor het verhaal van de patiënt.
  • Cognitieve geruststelling, dus meer gericht op het begrijpen: uitleg geven, onterechte overtuigingen bijstellen (en laten ervaren), normaliseren van bevindingen.

Maar beide moeten afgestemd zijn op het perspectief van de patiënt, anders werkt het niet of zelfs averechts.

Praktische implicaties

  • Start niet te snel met geruststellen. Vraag eerst actief naar de zorgen, verwachtingen en ideeën van de patiënt.
  • Gebruik open vragen zoals: “Wat baart u het meeste zorgen?” of “Wat hoopt u dat we samen bereiken vandaag?”
  • Luister zorgvuldig en reflecteer terug. Weersta de neiging om direct ‘positieve’ uitleg te geven of te normaliseren.
  • Als je geruststelt, doe dit afgestemd op wat je gehoord hebt. Bijvoorbeeld: “U zei dat u bang bent dat buigen gevaarlijk is. Mag ik u iets laten proberen om dat samen te onderzoeken?”
  • Gebruik gedragsexperimenten waar passend: laat patiënten onder veilige omstandigheden bewegingen uitvoeren die ze vermijden en reflecteer samen op de ervaring.
  • Zorg dat geruststelling geen monoloog is, maar een gezamenlijk proces van betekenis geven aan pijn en herstel.

Conclusies voor de praktijk – effectief geruststellen

  • Reassurance is waardevol, maar alleen als deze aansluit bij wat de patiënt bezighoudt.
  • Te snel geruststellen op basis van aannames werkt averechts en leidt tot weerstand of onbegrip.
  • Actief luisteren (open vragen en reflecteren/parafraseren) en vragen naar de zorgen van de patiënt is een noodzakelijke eerste stap.
  • Gerichte educatie, gekoppeld aan het verhaal van de patiënt, is effectiever dan algemene informatie.
  • Gedragsmatige geruststelling via beweegexperimenten is een krachtig middel om angst te verminderen en herstel te bevorderen.
  • Training in gespreksvoering en het toepassen van psychologisch geïnformeerde fysiotherapie is essentieel.

Wil je je verder verdiepen in dit onderwerp en leren hoe je dit effectief kunt doen? Viaperspectief biedt cursussen in psychologisch geïnformeerde fysiotherapie, motiverende gespreksvoering en patiëntgerichte communicatie.

Referenties

Cowell I, McGregor A, O’Sullivan P, et al. A Detailed Analysis of How Physiotherapists “Give” Reassurance for Patients’ Concerns in Back Pain Consultations. Qualitative Health Research. 2025;0(0).
Download het artikel hier.

Reacties zijn gesloten.