29 november 2024
Je hoort het begrip steeds vaker: Embodiment. Wat is het en wat moet je er als fysiotherapeut of oefentherapeut mee?
Dit artikel geeft je een mooi verzocht van het concept embodiment.
In dit artikel lees je achtereenvolgens over de volgende zaken (klik erop en je springt direct naar de betreffende paragraaf):
Letterlijk betekent embodiment ‘belichaming’. In eerste instantie zou je misschien zeggen dat embodiment zoveel betekent als de belichaming van onze gedachten, gevoelens en sociale interacties/relaties.
Maar embodiment definieert de complexe ervaring van het ‘bewonen van ons lichaam’. En dat impliceert dat ons lichaam (en de signalen die daaruit voort komen) gevoeld en ervaren wordt EN dat gedachten en gevoelens altijd een lichamelijke uiting kennen.
Embodiment duidt dus de interactie aan tussen het lichaam en de gedachte- en gevoelswereld van de mens. En die interactie is van psyche naar lichaam en van lichaam naar psyche.
In de theorie over embodiment gaan sommigen nog verder.
Zij zien het lichaam als onze fundering; een subjectieve en veilige basis van waaruit we interacteren met de wereld rondom ons heen. Met andere woorden zij stellen ons lichaam voorop, en onze geest/psyche ‘komt daarna’.
Dat doet sommigen dan ook beweren dat een emotie als angst niet als eerste in het (emotionele) brein ontstaat. Maar juist in ons lichaam. En dat het individu vanuit de fysieke uitingen van angst de emotie in het brein bewust wordt. Neurowetenschappelijk onderzoek lijkt deze stellingsname te ondersteunen.
Tja, dat is geen gemakkelijke vraag. Want dat hangt natuurlijk ook weer af van hoe je psychosomatiek definieert.
Als we er voor het gemak even vanuit gaan dat psychosomatiek klachten zijn waarbij mentale processen iemand ziek kunnen maken en dat dit dan een lichamelijke uitwerking of uiting krijgt, dan gebeurt dat omdat er sprake is van embodiment.
Met andere woorden: het is niet direct hetzelfde maar in psychosomatiek is vaak wel sprake van embodiment. Andersom: embodiment gaat er vanuit dat iedere fysiek verschijnsel gedachten en emoties geeft.
Ja, daar gaat men wel vanuit.
Iedere gedachte of ieder gevoel geeft een fysieke uiting. Soms zijn deze uiting zo subtiel dat we ze niet waarnemen, soms zijn deze uitingen heftiger en ervaart iemand klachten.
Anderszins, alles wat we in ons lichaam ervaren roept een gedachte en een gevoel op.
De scheiding tussen lichaam en geest, zoals we die her en der in de zorg aanbrengen, is mogelijk soms best handig en overzichtelijk, maar tegelijkertijd dus zeer kunstmatig.
Embodiment is onder te verdelen in vijf dimensies. Hieronder staan ze op een rijtje met telkens een korte toelichting:
Tja, en wat moet je hier als fysiotherapeut nu mee.
Nou, ik denk best wel wat….
Allereerst helpt bovenstaande kennis je mogelijk om anders te gaan kijken naar de symptomen in de praktijk. En daar dan vervolgens anders op te gaan handelen. Dat anders handelen zie je mooi terug in de psychologie geinformeerde fysiotherapie zoals cognitive functional therapy.
Laat ik dit illusteren met een voorbeeld zoals ik dit in de dagelijkse praktijk zie.
Stel ik zie een patiënt met aspecifieke subacute rugpijn zonder uitstraling. Dit is spontaan ontstaan (geen trauma, geen grote verandering in zijn fysieke of mentale belasting). Hij heeft pijn bij langer zitten, eea neemt toe in de loop van de dag. Verder heeft hij soms pijnscheuten als hij onverwachte bewegingen maakt. Ik concludeer verder dat de discus niet verantwoordelijk is voor deze klachten (bovendien is de discus een uitermate sterke structuur die niet zomaar (spontaan) kapot gaat). De patiënt heeft forse spanning (hypertonie) en gevoeligheid/pijn in ondermeer zijn erector trunchi en gluteaal musculatuur.
Vanuit het concept embodiment zou ik me nu twee zaken moeten afvragen:
Het antwoord op deze vragen heeft forse impact om mijn handelen.
Ik onderzoek deze vragen samen met de patiënt: stel hem vragen naar wat hij doet als hij pijn voelt, doe beweegexperimenten om te zien hoe hij beweegt (als hij pijn heeft en als hij geen pijn heeft), vraag hem naar zijn gedachten en gevoelens over beweging met pijn en bewegingen zonder pijn, etc, etc.
Uiteindelijk ontdekken we dat hij zich tegen bewegen verzet en zich tijdens bewegen schrap zet en beschermt, omdat hij verwacht dat er pijn zal ontstaan en omdat hij vindt dat bewegen op dit moment niet veilig is. Hij moet ‘voorzichtig zijn met zijn rug’, zo zegt hij letterlijk.
Natuurlijk heeft dit ook consequenties voor mijn therapeutisch handelen.
Technieken waarbij ik de spanning in de betrokken musculatuur reduceer door middel van dry needling, massage, manipulatie of taping schuif ik terzijde.
De kern van het probleem is namelijk dat hij geen vertrouwen heeft in dat bewegen goed is voor zijn herstel.
Ik moet dus een interventie inzetten die ingaat op dat specifieke probleem: vertrouwen herstellen en de perceptie ‘bewegen is niet veilig, ik moet voorzichtig zijn’ ontzenuwen.
En bovenal: hij doet het zelf, hij is ‘in charge’, ik coach hem slechts.
Ik doe dit natuurlijk door hem daarover wat uit te leggen.
Maar ik doe het vooral door hem te laten voelen dat hij prima kan bewegen als hij dit ontspannen doet. Als hij zich minder schrap zet maar juist ontspant voordat hij gaat bewegen ervaart hij dat hij controle heeft op zijn pijn en doet hij positieve leerervaringen op. Leerervaringen die hem vertrouwen geven en de perceptie ‘bewegen is niet veilig’ ontkrachten.
En bovenal: hij doet het zelf, hij is ‘in charge’, ik coach hem slechts.
Min of meer.
In PIP (psychological informed physiotherapy) staat onder meer het embodiment centraal. Cognitive functional therapy, CFT, is een voorbeeld van PIP.
In PIP ga je met de patiënt op zoek naar de interactie tussen lichaam en geest en probeer je te bepalen waar dit spaak loopt. Hiervoor gebruik je strategieën uit de psychologie die voor fysiotherapeuten geschikt zijn. Denk hierbij aan cognitieve strategieën zoals uitleg, socratische en motiverende gespreksvoering om de gedachten van de patient uit te dagen, mindfulness en oefeningen voor het bevorderen van lichaamsbewustzijn en ontspanning (lichaamswerk).
Als patiënten zorgen hebben zijn we als fysiotherapeut of arts geneigd iemand gerust te stellen, zeker als we menen dat de patiënt zich ten onrechte zorgen maakt. Bijvoorbeeld vanwege onjuiste informatie of een bepaalde overtuiging. Maar hoe doe je dit eigenlijk effectief? Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek dat Ian Cowell deed naar geruststellen […]
Schouderpijn is een veelvoorkomende klacht in de fysiotherapiepraktijk. Toch blijkt uit onderzoek dat in 40% van de gevallen de klachten een jaar later nog steeds aanwezig zijn (Hodgetts & Walker, 2021). Ik denk dat ik daaruit kan concluderen dat herstellen van schouderpijn vaak uitdagend is voor de patiënt én voor de therapeut. Ondanks onze goede […]
De kracht van een breder perspectief Geschatte leestijd: 7 minuten De traditionele fysiotherapie richt zich sterk op het fysieke aspect van pijn en beperkingen. Moderne opvattingen in een bio-psychosociaal model vertellen ons dat pijn niet alleen een lichamelijk probleem is, maar een complex samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Hier komt psychologisch geïnformeerde fysiotherapie […]