Afgelopen zomer hebben we kunnen genieten van de Olympische en Paralympische Spelen in Parijs.
Waar ik vooral met bewondering naar heb gekeken, is hoe sommige sporters de wereld verrijken.
Door een voorbeeld te zijn.
Zo heb ik genoten van de veerkracht van Femke Bol en Lieke Klaver, beiden 400 meter loopsters die tot de top van de wereld behoren.
Beiden kregen tegenslag te verwerken, maar toonden een enorme veerkracht door enkele dagen later weer een topprestatie te leveren.
Zouden ze mindfulness of ACT toepassen?
Want daaruit ken ik het begrip psychologische flexibiliteit, hetgeen maakt dat je veerkracht kunt tonen.
Een andere beroemde sporter die de wereld heeft verrijkt is Johan Cruijf.
Door zijn typisch ‘Cruijfiaanse’ uitspraken.
Deze is van hem:
‘Als ik zou willen dat je het goed begreep, had ik het wel beter uitgelegd.’
Iets uitleggen aan een patiënt, wie doet dat nou niet?
Toch is patiënteducatie makkelijker gezegd dan goed gedaan.
(mmm, die is bijna Cruijfiaans!)
Wat ik wil zeggen is dit: educatie is NIET makkelijk.
Het is NIET: een beetje informatie ‘over de balk gooien’.
Om de boodschap goed over te brengen en ook impact te laten hebben, is alleen wat kennis aan de patiënt vertellen onvoldoende.
Ineffectief zelfs.
Te cognitief ook.
Als het al goed begrepen wordt.
Zeker als je de patiënt wat over pijn wilt leren.
(Pijn)educatie doe je door:
- actief het open staan voor je boodschap te bevorderen;
- vragen te stellen aan je patiënt;
- beweegexperimenten in te zetten;
- metaforen te gebruiken die aansluiten bij de wereld van je patiënt (in plaats van altijd maar de metafoor van het alarmsysteem te gebruiken…);
- je handen in te zetten (hands-on dus?!);
- te laten voelen;
- en nog veel meer.
Mooi vak hebben we toch. Dat we dit kunnen en mogen doen?!