Klinische onzekerheid

Twijfel en onzekerheid – hoe ga je daarmee om?

Ken je Stephen Hawking?
Waarschijnlijk wel; je hebt hem vast weleens in het nieuws op TV of social media gezien.
Hij was een bekroond natuurkundige, hoogleraar natuurkunde én wiskunde.
En hij zat in een rolstoel vanwege ALS.

De vader van Hawking was arts, zijn moeder werkte op een medisch onderzoeksinstituut.
Eens vroeg een interviewer aan hem waarom hij geen arts geworden was, want dat lag toch veel meer voor de hand?

Hawking schijnt ongeveer het volgende geantwoord te hebben.
Geneeskunde? Nee, dan moet ik diagnosticeren en behandelen. 
Dat is veel te onvoorspelbaar, veel te chaotisch, veel te ingewikkeld.

Dat zou voor mijn mentale gezondheid te uitdagend geweest zijn.
Daarom ben ik zwarte gaten gaan bestuderen.

Tja, het is dus maar hoe je het bekijkt.

Hawking raakt daar overigens ook een essentieel punt van het vak fysiotherapie aan.
Mensen helpen met beweegproblemen is best ingewikkeld, chaotische en soms onvoorspelbaar.

Het is niet zelden dat ik zelf twijfel voel bij mijn analyse of aanpak.

Twijfel jij weleens aan jezelf?
Ik dus wel. Regelmatig.

Ik fiets dan aan het eind van de middag naar huis en overdenk dan de patiënten van die dag nog eens. 
Had ik niet eerder ….?
Heb ik wel grondig genoeg ….?
Heb ik bij …. niet iets laten liggen?
Zou het ook niet kunnen dat ….?

Is dat erg? 
Nee, natuurlijk niet.

Er wordt alleen altijd zo weinig over gesproken: klinische onzekerheid.
Kun je er wat aan doen?

Natuurlijk.
Cursus volgen 😉

En accepteren dat het ‘erbij hoort’. (Accepteren hebben we trouwens ook een cursus over!)

Vincent

Reacties zijn gesloten.